
WAT IS EEN BROUWERIJ
Bier brouwen is simpelweg het maken van een suikersoepje op basis van gemoute granen. We storten de geschrote (grof gemalen) mout in warm water en verwarmen verder op verschillende temperatuurstappen (62°-73°-78°) afhankelijk van het soort bier dat we willen bekomen (droog-zoet). Na het filteren kunnen we de wort (suikerwater) aan de kook brengen samen met hop en eventueel kruiden. De draf (natte graanresten) zijn een voedzaam extraatje voor de dieren. Na een uurtje koken moeten we het suikerwater zo snel mogelijk afkoelen tot ongeveer 25°C. Dit gebeurt meestal met een platenkoeler (wortkoeler). Na het koelen voegen we de gist toe, gist sterft namelijk als het te warm wordt (+35°C). Vanaf nu laten we het harde werk over aan de gist. Deze zal in een paar dagen tijd het suikerwater veranderen in jong bier. Een gistcel zet namelijk suiker om in alcohol+Co². Na 4 weken is het bier gelagerd (gerijpt) en kan het gebotteld worden. Wanneer er bij de botteling nog wat suiker wordt toegevoegd krijgt men hergisting op de fles. Het bier moet dan nog minstens een week warm (25°C) bewaard worden zodat de gistcellen de verse suiker kunnen aanpakken en dus omzetten in nog wat alcohol en koolzuurgas (CO²).
BEERBIRD – onze microbrouwerij in Erpe-Mere
Struisvogels zijn heel nieuwsgierig. So are we, Beerbird!
We brouwen vooral lichte Craftbieren met originele smaken. Experimenteren met natuurlijke ingrediënten brengt ons tot een ‘Ander’ bier. Onze favorieten zijn karakterbieren uit het verleden met een moderne toets van kruiden, fruitige hoppen of estergisten, types Saison, Vlaams bruin, Witbier…
Voorlopig wordt er tweemaal per maand gebrouwen (+/- 400l), na 4 weken lageren worden de biertjes manueel gebotteld op flessen van 50 cl., daarna gaan de biertjes nog 2 weken in een warme kamer (25°C). Sommige van onze bieren (IPA) krijgen een dry-hopping, d.w.z. dat er na de hoofdgisting in de lagertank nog hop wordt toegevoegd om het biertje extra aroma en een frisse smaak te geven.

HET BROUWPROCES